Schuifblind 0000.0011

 

        Literatuur

- Zwiers, L., Bouwkundig Woordenboek. Eerste deel: A-K. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [685 blz. ISBN -]. Hierin onder "Blind": blz. 136-137 ("Blind": "Luik tot afsluiting der raamkozijnen aan de binnenzijde. [...] 2o. Schuif- of Rolblinden (zie fig. 2), die in een achter het behangsel of in den muur gespaarde ruimte worden geschoven. In hun eenvoudigsten vorm bestaan de slagen elk uit een plank, die tegen het kromtrekken van Schiftklampen wordt voorzien. Gewoonlijk worden ze echter als paneelwerk gemaakt. Schuifblinden nemen minder ruimte in dan Slagblinden. Zij bestaan uit twee of meer slagen, die door middel van rolsloten op een in de vensterbank aangebrachte metalen rail loopen. Zijn de dammen bred genoeg, dan kunnen de twee slagen naast elkaar in één lijn loopen; zijn die te smal, dan moeten ze langs elkander schuiven (zie fig. 3) [...]" - dit is de relevante tekst volledig)

- Wattjes, J.G., Constructie van gebouwen. Deel 4: Ramen, deuren, kozijnen. Amsterdam (Kosmos), 1932voorwoord2e druk. [387 blz. ISBN -]. Hierin "Schuifblinden": blz. 319-320